35 Zeeroverslied

De machtigste koning van storm en van wind
Is de arend geweldig en groot
De vogels zij sidd`ren en vluchten van angst
Voor zijn snavel en klauwende poot
Als een leeuw verheft zijn gebrul des nachts
Dan verschrikt hij de dieren ermee
Ja, wij zijn de heersers der aard, de koningen van de zee

Refrein:
Tiralala, 7x hoi, hoi
Ja, wij zijn de heersers der aard, de koningen van de zee

Verschijnt er een schip op de oceaan
Ja, dan juichen wij luide en wild
Ons trotse schip als een pijl uit de boog
Schiet terstond door de wateren zilt
De koopman wordt bang en hij siddert van angst
De matrozen verwensen die dag
En daar klimt de mast langs omhoog
De bloedrode zeeroversvlag
Refrein:

We werpen ons op het vijandige schip
Als een weggeslingerde speer
De kanonnen dreunen, `t geweer klinkt rondom
En de enterbijl hakt keer op keer
En reeds zinkt de vlag van de vijand omlaag
Overwinningsgeroep klinkt rondom
Lang leve de bruisende zee
Lang leve de zeeroverij
Refrein:

En is zo gewonnen ons laatste gevecht
En de laatste overwinning behaald
Dan fluks onze wrakkige schuit neergehaald
En terstond ook ter helle gedaald
En als satan dan onze wil niet doet
Ai, dan roosteren wij hem eens fel
Want wij zijn de heersers der aard
En willen `t ook zijn in de hel
Refrein:
Daarna nog een keer : Tiralala, 7x hoi, hoi